Carnaval een van oorsprong een Katholiek feest

 

Vasten en Pasen

Pasen is voor de Katholieke gelovigen een belangrijk feest. Het Paasfeest wordt voorafgegaan door 40 dagen van vasten.
Vasten betekent niet of weinig eten, geen alcohol en geen luxeproducten (als bv vlees) nuttigen.

Aswoensdag is de eerste dag van een vastenperiode van 40 dagen. Om de vastenperiode te “overleven” wordt er in de dagen voor Aswoensdag nog even flink feestgevierd, lees gegeten en gedronken.

Na deze periode is het Paasfeest: feest van nieuw leven.

Carnval en het zuiden

In het zuiden van Nederland (beneden de rivieren) is de bevolking van oorsprong grotendeels Katholiek. Vandaar dat het carnaval daar het meest uitgebreid wordt gevierd.

Carnaval en de rest van Nederland

Maar ook in andere streken hebben Katholieken invloed gehad op het vieren van carnaval. Bijvoorbeeld in dorpen rondom Emmen, waar arbeiders uit het zuiden van Nederland, turf kwamen steken.

Of in Zwolle, waar de Katholieke jongeren in 1957 een carnavalsfeest organiseerden. De vereniging die daaruit ontstond (cv De Eileuvers), stond aan de wieg van het carnaval zoals dat nu nog in Zwolle (Sassendonk) wordt gevierd.

Omkeringsfeest

Carnaval is een omkeringsfeest:
Tijdens deze drie (n.b. Zwolle telt vier carnavalsdagen) is niet de burgemeester en de gemeenteraad de baas, maar regeren de prins en de raad van elf. Op de eerste dag van het carnaval ontvangt de prins de sleutel van de stad en heeft hiermee drie/vier dagen “de macht”.
Mw J. Huizinga (inspirator voor betekenisvol onderwijs bij het Onderwijsbureau Meppel) omschrijft dit als volgt:
“Carnaval is van oudsher een omkeringsfeest. De Nar (burger) wordt burgemeester (prins) en de burgemeester gaat in boerenkiel/verkleed op in de massa. Dat is meer dan gekkigheid. Het tijdelijk omkeren van de maatschappelijke rollen vermindert sociale spanning. De hooggeplaatsten moeten zich mengen met het gewone volk en worden – als het goed is – zich ook van hun kwetsbaarheid bewust. Het is een feest van allen en degenen die normaal geen zeggenschap hebben, hebben het nu wel. In zekere zin is het een evangelisch feest. De laatsten worden eersten, de eersten laatsten”.

Rijnlands en Bourgondisch Carnaval

Elke stad en elke streek heeft zijn eigen tradities en gewoontes tijdens carnaval. Toch kan men grofweg onderscheid maken tussen twee stromingen:

  • het Rijnlandse Carnaval (zoals dat bv in Maastricht wordt gevierd). Het Rijnlandse carnaval kenmerkt zich door veel pracht en praal. De prins heeft een prachtig pak en zijn hofhouding heeft deftige pakken en steken. De mensen verkleden zich met veel bonte kleuren. Onderscheidingen worden getoond.
  • het Bourgondische Carnaval (zoals dat bv in Den Bosch wordt gevierd). Het Bourgondische carnaval kenmerkt zich door de boerenkiel, die door iedereen (behalve de prins) gedragen wordt. Iedereen is tijdens carnaval gelijk dus ook geen onderscheid in kleding, is de achterliggende gedacht.